background image
menigvuldige zegebogen door, die men boven de weg tussen de
muren had opgericht.
(Eerst tussen de hogere of lagere muren van de tuinen, daarna 
tussen de muren van de smalle stadswijk Ofel, waardoor de weg naar 
de Gulden Poort liep.  Hier ging men langs een zacht hellend vlak 
door en onder de steunmuren van het Tempelplein door en kwam op 
het plein uit).  
1704.
Jezus weende en ook de apostelen weenden (Lk. 19, 41-
44), toen Hij zei dat velen, die nu zo juichten, Hem
binnenkort zouden bespotten en dat zelfs één van
hen Hem zou verraden. Hij beschouwde ook de stad
onder tranen, omdat ze, zoals Hij zei, weldra
verwoest zou worden.
(Het ligt voor de hand dat dit wenen van Jezus over Jeruzalem plaats 
heeft gehad op het ogenblik dat Hij de bergpas bereikte en daar 
opeens Jeruzalem zag verschijnen en een ogenblik stilhield om het 
woord tot zijn gezellen te richten.  Deze pas heeft een minder hoog 
niveau dan het Tempelplein, zegt K.; de eerste is nl. 726 m, het 
tweede 740 m en 744 m hoog).  
Als Jezus nu door de poort trok, vermeerderde nog het gejuich en
zij brachten op zijn weg vele zieken met ziekten van alle aard. De
enen werden tot Hem GELEID of ondersteund, de anderen
gedragen. Jezus hield voortdurend stil, kwam van zijn rijdier en
genas hen allen zonder onderscheid of uitzondering860.
860 Genas allen zonder uitzondering. – Jezus beleeft een triomfdag. Op zo’n
dag past het een koning mild te zijn, barmhartigheid te betonen. Deze
vrijgevigheid heeft nog elk jaar haar weerslag op Palmzondag.
De Kerk herdenkt op die dag Jezus’ triomf en elk jaar is dit voor vrome zielen
een dag van troost en innerlijke vreugde. Jezus zet immers zijn leven in de
liturgische jaarkring nog voort.
Fascikel 28
3235