background image
Hij sprak hierover zo roerend, dat de apostelen van vreugde en
geestdrift opsprongen en uitriepen: “Heer! wij willen uw Rijk
uitbreiden tot de verste einden van de wereld!”
Maar Jezus antwoordde hun: ”Wie zo spreekt, richt
niets uit!”
Hierop werden zij treurig en Hij zegde hun nogmaals dat
zij nooit moesten zeggen: “Ik heb in uw Naam
duivelen uitgedreven en dit of dat gedaan.”
Ook moesten zij hun werken in alle verborgenheid
doen (en niet om gezien te worden).
Ook zegde Hij dat Hij gedurende zijn laatste lange
afwezigheid veel in het geheim gedaan had, dat zij
daarna gewild hadden dat Hij naar zijn vaderstad
ging, hoewel de Joden Hem wegens de opwekking van
Lazarus wilden ombrengen, maar hoe zouden dan
alle voorzeggingen in vervulling gegaan zijn?
1715.
Zij vroegen Hem nog hoe zijn Rijk bekend kon worden, indien zij
alles in het geheim moesten doen (cfr. Joa. 7, 3-4).
Zijn antwoord hierop weet ik niet meer.
(Het antwoord zal wel hierop neergekomen zijn:
de bedoeling mag nooit zijn: om gezien te worden).
Nadat Hij hun vervolgens nog veel had gezegd, overviel hun een
nieuwe droefheid.
Tegen de middag vertrokken de leerlingen en Jezus bleef met de
apostelen; de leerlingen brachten Hem ook te drinken.
Na de middag kwamen de schriftgeleerden en Farizeeën en wel in
zo groot getal, dat zij zeer dicht rondom Jezus stonden en de
leerlingen zich niet dicht bij Hem konden houden.
Nu hield Hij een verschrikkelijk harde strafrede tegen
de Farizeeën.
Fascikel 28
3253