background image
- Te Betfage kon men dit niet, daar het lager in een diepte (of
klein dal) gelegen was en het gezicht door de opstijgende
Olijfberg belemmerd werd.
Eerst vertoonde zich Jeruzalem wanneer men de bergengte of pas,
waardoor de weg liep, bereikt had. Dan kwam opeens de stad met
de tempel in het zicht (zie kaart nr. 1697).
1727.
Terwijl Jezus met de leerlingen over de Kedronbeek
naar Getsemani ging (dus in het begin van deze
wandeling), zegde Hij tot de apostelen, terwijl Hij op
een verdieping van de Olijfberg wees (op een diepe
plaats aan zijn voet): “Dáár zult gij Mij verlaten,
dáár zal Ik gevangen genomen worden.”
Hij was zeer bedroefd. Vervolgens ging Hij met hen naar
Betanië. Hier zag ik Hem eerst in het huis van Lazarus, later in de
Fascikel 28
3275