background image
Aan de zuidkant van deze markt zag ik in kleine omtuinde perkjes
liefelijke lammetjes op het gras rondspringen. Bij Jezus’ Intocht
had ik gemeend dat men het zo ingericht had ter opluistering van
de plechtigheid, doch het zijn te koop gestelde paaslammeren. Ik
zag de zoon van Simeon in een van die afgesloten tuintjes
binnentreden; de lammetjes dartelden om hem heen en stieten met
hun kop tegen hem, alsof zij hem kenden; hij pikte 4 ervan uit en
deze werden naar het Cenakel gebracht; hier zag ik hem in de
namiddag deelnemen aan de toebereiding van het paaslam.
1751.
Ik zag Petrus en Joannes nog hier en daar in de stad gaan en
allerlei inkopen doen. Ook zag ik hen vóór een Poort ten noorden
van de Kalvarieberg (Hoekpoort, huidige Damascuspoort, zie
grote kaart 3), aan de noordkant van de stad, in een herberg, waar
zich een groot aantal leerlingen ophielden. Dit was de eigenlijke
herberg van de leerlingen vóór Jeruzalem; ze stond onder het
toezicht van Serafia (= Veronika).
Hier verzochten zij enige leerlingen naar het Cenakel te willen
gaan; andere echter stuurden zij uit met opdrachten, welke ik me
niet bepaald meer herinner.
Zij bezochten ook het huis van Serafia om daar nog het een en
ander te bestellen. Serafia’s man was een raadsheer (Sanhedrist);
hij leefde meestal buitenshuis om reden van zijn zaken; en zelfs
wanneer hij thuis was, bracht hij zijn tijd niet bij haar door.
Serafia heeft ongeveer de leeftijd van de H. Maagd en reeds vroeg
was zij met de H. Familie bekend. Inderdaad, toen Jezus als
knaap op het paasfeest in Jeruzalem achtergebleven was, ontving
Hij van Serafia zijn onderhoud.
De apostelen namen hier allerlei gerei in ontvangst, dat voor een
deel in gesloten korven door leerlingen naar het Cenakel gedragen
werd.
Fascikel 29
28