background image
21. Ik loof U, omdat Gij mij geantwoord hebt en mij tot heil geweest zijt.
22. De steen die de bouwlieden versmaad hebben, is tot een hoeksteen geworden;
23. van de HERE is dit geschied, het is wonderlijk in onze ogen.
24. Dit is de dag die de HERE gemaakt heeft; laten wij juichen en ons daarover verheugen.
25. Och HERE, geef toch heil, och HERE, geef toch voorspoed!
26. Gezegend hij, die komt in de naam des HEREN; wij zegenen u uit het huis des HEREN.
27. De HERE is God, Hij heeft het voor ons doen lichten. Bindt de feestoffers met touwen vast
bij de hoornen van het altaar.
28. Gij zijt mijn God, U zal ik loven, o mijn God, U zal ik verhogen.
29. Looft de HERE, want Hij is goed, ja, zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid.
Uit: NBG-vertaling 1951
***
Hierop hield Jezus een lering over het nieuwe tijdvak
dat nu een aanvang nam en hoe nu het Mozaïsche
offer en de betekenis van het paaslam op het punt
stonden in vervulling te gaan; daarom moest het
lam op dezelfde wijze geslacht worden, gelijk weleer
in Egypte, waaruit zij thans werkelijk zouden
wegtrekken.
1758.
Het vaatwerk en alle benodigdheden waren in gereedheid
gebracht en men kwam binnen met een schoon lammetje dat met
een kransje was getooid (zoals men deed met offerdieren, zie fasc.
23, nr. 1169, voetnoot 616).
Fascikel 29
39