background image
Boven Melchisedek, Abraham en enige koningen zag ik de naam
en zo kwam ik terug tot Jezus en tot de kelk.
1777.
Op 3 april 1821 vertelde Katarina:  
Het offer van Melchisedek greep plaats in het dal van Josafat op
een heuvel; ik kan de plek nu niet nader situeren. Melchisedek
bezat reeds de kelk. Ja, ik zie dat Abraham reeds wist dat
Melchisedek op komst was om te offeren, want hij bouwde een
mooier en steviger altaar dan ik tot nog toe gezien had, met een
loofhut gelijk een tent er overheen. Er stond op het altaar onder
de tent een soort van tabernakel waar Melchisedek de kelk in
plaatste. De bekers waaruit hij te drinken gaf, waren als van
edelsteen; het altaar had van boven ook een opening, ik vermoed
dat het was voor het offer. Abraham had daar ook een prachtige
kudde bijeengedreven.
Toen hij weleer het geheim van de belofte ontving, werd hem
meteen geopenbaard dat de priester van de Allerhoogste in zijn
bijzijn het offer opdragen zou, dat de voorafbeelding was van het
offer dat door de Messias ingesteld zou worden en ten eeuwigen
dage zou blijven bestaan. Daarom was hij zo vol eerbied en
verwachting, toen Melchisedek hem door een paar lopers, van wie
hij zich vaak als boden bediende, zijn komst liet melden. Daarom
bouwde hij ook het altaar zo prachtig en zulk een mooie loofhut
erboven.
Ik zag eveneens dat Abraham toen, zoals telkens bij het offeren,
enkele beenderen van Adam op het altaar plaatste; deze beenderen
waren reeds bij Noë in de Ark geweest. Hierbij smeekten zij God
de belofte te vervullen die Hij gedaan had aan de eerste vader, van
wie deze beenderen waren, d.i. de Messias te zenden. Abraham
verlangde vurig naar de zegen van Melchisedek.
De vlakte om het altaar wemelde van mensen en dieren, ladingen
en reisgoed; de koning van Sodoma was bij Abraham in de tent.
Er heerste een plechtige stilte. Melchisedek kwam van de plaats
Fascikel 29
71