background image
Als het er op aankwam aardse vorsten en persoonlijkheden te
vleien en te believen en hun grillen en wereldse wensen te
bevredigen, dan zag ik die zelfde dwaze kerkbeheerders ijverig en
onvermoeid alles in het werk stellen om hun doel te bereiken:
de Koning van hemel en aarde lag ondertussen als een arme
Lazarus aan de deur hunner kerken, verlangde en bedelde te
vergeefs om de kruimeltjes van liefde, die Hem niet gegeven
werden.
Hij bezat niets dan zijn wonden, die wij Hem geslagen hadden en
die de honden kwamen likken, d.i. de zondaars die telkens in hun
zonden hervallen en als onreine honden braken en hun eigen
uitwerpsel weer opvreten.
1798.
Al vertelde ik een jaar lang, nog zou ik niet klaar zijn met het
verhaal van de versmadingen en verschillende mishandelingen,
die Jezus in het H. Sacrament worden aangedaan en waarvan ik
op deze wijze kennis kreeg.
Ik zag de beledigers in groot getal op Hem toeschieten en Hem
met verschillende wapenen, overeenkomstig de aard van hun
beledigingen, velerhande wonden toebrengen.
Ik zag oneerbiedige kerkbedienden en christenen uit alle tijden,
lichtzinnige, onwaardige priesters, die in staat van zonde
heiligschendend het hoogheilig misoffer opdroegen en de heilige
communie uitdeelden, massa’s lauwe en onwaardige christenen
die het onwaardig ontvingen.
Ik zag talloze zondaars voor wie de bron van alle zegening, het
geheim van de levende God, een verwensing, een vloekformule
geworden was.
Ik zag woedende krijgslieden, dienaren van de duivel, die, om de
heilige vaten te kunnen stelen, er het H. Sacrament uitwierpen, of
dit zelfs gruwelijk versmaadden, onteerden, of, wat erger is, het
Fascikel 29
122