background image
Om zijn middel deden zij een brede gordelboei, die met
ijzeren punten bezet was en zij bonden de handen nogmaals
daaraan vast met banden van bast of bindrijs, die aan deze
gordel vastgehecht waren. Om zijn hals deden zij een ijzeren
halsband, die eveneens met scherpe punten of kwetsende
spitsen bezet was. Van deze halsband liepen 2 riemen omneer,
die elkaar gelijk een stool op de borst kruisten en zich met de
gordelboei verenigden. Ze waren stevig aangehaald en lieten
geen speelruimte.
Op 4 plaatsen hechtten zij aan die gordel 4 lange koorden vast,
waarmee zij Onze Heer heen en weer rukten volgens de
ingeving van hun haat en de boze luimen van het ogenblik.
Die boeien waren splinternieuw en schenen opzettelijk voor
Jezus gemaakt te zijn, sinds men het plan had opgevat Hem
gevangen te nemen.
Jezus wordt voor Annas gebracht.
1814.
Na nog een aantal fakkels te hebben aangestoken, (naar
Getsemani komend hadden zij slechts één fakkel ontstoken), zette
de gruwzame stoet zich in beweging.
Voorop gingen 10 man van de wacht (10 van de 20 soldaten);
op hen volgden de (4) gerechtsdienaren, die Jezus aan hun
koorden voorttrokken; na hen kwamen de (6) honende en
schimpende Farizeeën en eindelijk de 10 overige soldaten (van de
20). Deze sloten de lugubere stoet.
Kermend en wenend en als geheel buiten zichzelf zwierven de
leerlingen op enige afstand in de omgeving rond.
Fascikel 29
164