background image
1820.
Toen de stoet door Ofel getrokken was, slaagde men er in de
bewoners van die wijk te weerhouden. Men daalde nu een weinig
naar het dal af. Rechts lag een groot gebouw, een overblijfsel, als
ik me niet vergis, van Salomons bouwwerken. Links (aan het
zuideinde van het stadsdal, waar het in het Geënnom- en
Kedrondal uitmondt) lag de vijver Bethesda. En zo trokken zij nu
steeds westwaarts langs een dalstraat die Millo(-straat) heette.
(Ook na uit het diepe stadsdal opgestegen te zijn, volgde de weg nog 
een kleine bodemverdieping, zoals de tegenwoordige zuidelijke 
stadsmuur, die even lager gelegen is dan het noord‐ en zuidgedeelte 
van Sion; zie nr. 1806, voetnoot 27 en kaart hierna; ook naar deze 
kaart verwijzen wij voor de aanstonds te vermelden trappen).   
Fascikel 29
181