background image
en hier was de punt spits toegevijld. Door het kruishout gedreven
stak hij aan de achterkant van de balk even uit.
Na de aannageling van de rechterhand van de Heer bemerkten
de kruisigers dat de linkerhand, die zij eveneens op de
kruisarm hadden vastgesnoerd, niet tot boven het nagelgat in
de linkerdwarsbalk reikte en dat zijn vingertoppen niet minder
dan 2 duim van het gat verwijderd waren. Zij bonden derhalve
koorden om die arm en terwijl zij zich met hun voet tegen het
kruis schoorden, trokken zij met alle kracht de hand tot boven
het gat. Jezus jammerde op hartverscheurende wijze.
Zij rukten Hem aldus de armen uit de gewrichten, zijn oksels
stonden uit elkaar getrokken en hol, en aan de ellebogen zag
men de ontwrichting van de knoken. Zijn borst kwam
omhoog en de knieën trokken zich krampachtig naar het
benedenlijf toe. Zij zetten nu opnieuw hun knie op de arm en
de borst van de Zaligmaker, knevelden zijn arm vast en
sloegen de tweede gruwzame nagel door de linkerhand van de
Heer; het bloed spoot omhoog.
Tussen de zware hamerslagen door weergalmde het
zachte, helder weegekerm van Jezus. Beide armen
waren nu in een rechte lijn zo uitgespannen, dat ze de schuin
opgaande kruisarmen niet meer bedekten. Men kon tussen de
kruisarmen en zijn okselholten door zien.
De H. Maagd leed alle folteringen met Jezus mee; zij was bleek
als een lijk en zachte klaagtonen weerklonken van haar lippen.
De Farizeeën richtten hun spotwoorden naar die kant van de
aarden wal waar zij stond en de vrienden brachten haar daarom
een weinig verder van de kring af bij de andere H. Vrouwen
(cfr. fasc. 29, nr. 1799, voetnoot 20).
Magdalena was van droefheid als waanzinnig; zij krabde zichzelf
het aangezicht en haar ogen en wangen waren bebloed.
Fascikel 31
459