background image
de daar aanwezige priesters) dreigende woorden. Ook zegde hij
veel van de andere Zakarias en van Joannes en in het algemeen
voer hij dreigend uit tegen het vermoorden van profeten.
overste, of collega Zakarias (de opperpriester of profeet over wie wij lezen bij
Matteüs, 23, 35)).
Na de vroegtijdige dood of vermoording van de jeugdige prins uit het
koningshuis van Juda, die aan de zorg van de Essener-vrouwen in de
tempel was toevertrouwd, werd zijn lichaam, gelijk dat van de vermoorde
Zakarias, overgebracht naar het Essener-convent in Bet-Therebin en aldaar
in de grafheuvel bijgezet.
Wat het tijdstip betreft, wij denken aan de regeringsjaren van de laatste
Makkabeeënvorst Antigonus II Matthatias (40-37 vóór Christus).
Aanvankelijk kon deze zich met de steun van de Parthen nog 3 jaar
handhaven tegen Herodes de Idumeeër, die door de Romeinen de Joden
als koning opgedrongen was.
Tenslotte werd ook de tempelvesting door de Romeinse legioenen veroverd
en koning Antigonus II Mattatias op verzoek van de usurpator
(= overweldiger, veroveraar) Herodes terechtgesteld.
Zo ging de nationale koningsscepter van Juda in vreemde handen over …,
want hoewel Herodes’ zwager Costobarus enkele kinderen van Babas, uit
een zijtak van het nationale koningshuis, ergens in veiligheid wist onder te
brengen, toch is de snode Herodes er jarenlang in geslaagd stelselmatig alle
aanspraken op het koningschap over de Joden in het bloed te smoren.
Het uur van de Messias was nakend (volgens de profetie van de aartsvader
Jakob). De omstandigheid dat onze vermoorde profeet Zakarias door
Katarina ook ‘opperpriester’ wordt genoemd, moet ons niet in verwarring
brengen. Wel kennen wij in Jezus’ tijd geen officiële hogepriester Zakarias.
Maar, zegt Keulers bij Hand. 4, 6, alle leden van de hogepriesterlijke
geslachten werden hogepriesters, of, zoals wij gewoonlijk vertalen
‘opperpriesters’ genoemd.
In ons geval zou het ook kunnen betekenen dat de hier bedoelde Zakarias
inderdaad leider was, opperpriester van een oppositiegroep, die zich
distantieerde van de officiële tempel-hiërarchie, -kalender en -liturgie.
Het dramatisch conflict van de ‘leraar der gerechtigheid’ met de ‘slechte
priester’, bekend uit de documenten van Qumran bewijst dat dergelijke
verhoudingen alleszins niet denkbeeldig zijn.
Zie ook Emmanuel, fasc. 1, nr. 4, voetnoot 7 en 8 over de hogepriester
Arkos.
Fascikel 31
527