background image
Nikodemus, Jozef van Arimatea en vele anderen namen nu ook
afscheid van de tempel en verlieten hem (zoals vroeger reeds het
Sanhedrin). Hier en daar lagen lijken op de grond; andere
wandelden in sommige zalen en gangen tussen het volk en
spraken dreigende woorden. Op het ogenblik dat de engelen hun
geroep van afscheid van de tempel lieten horen, verlieten ook de
doden de tempel om naar hun graven terug te keren.
De leerstoel in de voorzaal viel insgelijks neer.
Velen van de 32 Farizeeën, die het laatst op de Kalvarieberg
aangekomen waren, keerden gedurende deze algemene verwarring
naar de tempel terug, en daar zij zich aan de voet van het kruis
reeds bekeerd hadden, werden zij door al deze tekenen des te
dieper getroffen, zodat zij tegen Annas en Kaïfas in heftige
verwijten uitvoeren, waarna ook zij zich uit de tempel
verwijderden.
1954.
Annas, die eigenlijk de hoofdvijand van Jezus en van het begin af
de ziel van alle kuiperijen tegen de Verlosser en de leerlingen was
geweest en aan de aanklagers van Jezus de beschuldigingen van
Jezus voorgefluisterd had, was nu als waanzinnig van angst en
vluchtte in de tempel van de ene hoek in de andere en zocht de
meest verborgen en minst toegankelijke kamers op (cfr. nr. 1940
en voetnoot 127). Ik zag hem ook in een verborgen kamer
gebracht, waar een aantal van zijn trawanten hem omgaven. Hij
jammerde en jankte en zat ineengekromd, als leed hij aan
kramptrekkingen. Om zijn moed op te beuren had Kaïfas hem
reeds eenmaal stevig omarmd en aan zijn hart gedrukt, doch te
vergeefs: de verschijning van doden had hem de wanhoop
nabijgebracht.
Kaïfas, hoewel in de grond niet minder beangstigd, had zulk een
hoogmoedige, hardnekkige, onverzettelijke duivel in zich, dat hij
zijn ontsteltenis niet liet merken. Hij trotseerde alles en
weerstond met blinde woede, onbuigzaamheid, schaamteloze
Fascikel 31
530