Werden die stenen als gewone stenen beschouwd, verwaarloosd,
weggeworpen en niet eerder als heilige stenen bewaard of verwerkt?
Wat in de basiliek van het H. Graf bewaard is, zijn geen losse stenen of
rotsblokken, maar een lijkbank en rotswanden tot op een hoogte van ±
1,50 m, die met de rotsbodem één stuk uitmaken.
Ook is nog op te merken dat Brentano in zijn aantekening niet zeer
categoriek is, want hij zegt in de nota: “Het SCHEEN dat zij tussen beide
plaatsen een groter afstand zag dan die er bestaat in de basiliek.”
Daarom besluiten wij uit heel dit betoog dat de afstand van 7 minuten
tussen H. Graf en Kalvarië een vergissing moet zijn en het overbrengen
van stenen en rotsgedeelten op een verwarring moet berusten, b.v. met
rotsstukken afkomstig van de voorkamer van het graf.
Het gegeven is raadselachtig, even vaag en onzeker als de mededeling
van Katarina over de grote veranderingen die de oevers van het Meer
van Gennezaret zouden hebben ondergaan bij de aardbeving op het
ogenblik van Christus’ dood, waarover wij niets konden zeggen.
Verder in dit fascikel moeten wij nog terugkomen op de H. Grafkerk.
Deze in al haar delen te beschrijven zou ons buiten het kader van ons
opzet brengen, maar hier willen wij toch enige bijzonderheden over het
H. Graf vermelden.
Fascikel 32
600
|