background image
Toen zij met hun toestel klaar waren, vulden zij de zak met
druiven, die tot op dit ogenblik beneden in de regenput lagen;
hingen vervolgens die zak in de holle persstam en nagelden hem
vast, plaatsten de stamper met het zware blok erop in de opening
van de zak en begonnen met de persbomen te heffen en te duwen
om er wijn uit te persen.
Ik zag ook iemand boven aan de pers bij het blok op de stamper
duwen en drukken om te beletten dat de inhoud van de zak langs
boven er weer uitgestoten zou worden. De sprekende gelijkenis
van de pers met het kruis en al het overige herinnerde mij
levendig aan de kruisiging.
De persers hadden ook een lange stok met aan het boveneinde een
kop of kolf met pinnen als van een egel; het was mogelijk een
dikke distelknop.
(Men herinnert zich dat Jezus’ beulen van dergelijke folterknuppels 
voorzien waren).   
Deze rietstok herinnerde mij aan de lans en de spons.
Zij staken die stekelige kop door de afvoerbuis of in de stam,
wanneer ze verstopt begonnen te worden.
Ook zag ik hier en daar in het rond zakken en tonnetjes van bast
liggen, met hars overstreken.
Ik zag daar vele jongelingen en knapen die gedurende het werk
voor kleding slechts een lendendoek droegen en het herinnerde
mij aan Jezus die in zijn kruisiging ook slechts deze bedekking
had.
Jafet was zeer oud; had een lange baard en was met dierenhuiden
bedekt. De vreugde om dit nieuwe perstoestel straalde van zijn
gelaat. Er werd een feest gehouden en op een stenen altaar
werden dieren geofferd, die daar in de wijngaarden liepen: jonge
ezels, schapen en geiten.
Fascikel 32
663