background image
Jezus trok in triomf binnen, de boze geesten weken
achteruit en schreeuwden: “Wat zijt ge zinnens met ons? Wat
komt gij hier doen? Wilt gij misschien ook ons nu kruisigen?, en
meer dergelijke wanhoopskreten slaakten zij. De engelen sloegen
ze echter in boeien en dreven ze vóór zich uit! De zielen kenden
Jezus slechts oppervlakkig; zij wisten maar weinig van Hem, doch
Hij openbaarde zich aan hen en zij zongen zijn lof.
Nu richtte de ziel van de Heer zich naar de kring rechts, het
eigenlijke voorgeborchte en buiten die kring, er vóór, ontmoetten
Hem de zielen van de 2 moordenaars.
‐ Deze van de goeie werd door engelen in de schoot van
Abraham geleid en
‐ die van de slechte door boze geesten in de hel gesleept.
De ziel van Jezus sprak hen allebei aan en begaf zich
dan met de scharen van engelen, van verloste zielen en van
verdreven, geboeide geesten in Abrahams schoot.
De zogenaamde schoot van Abraham is een verblijf en het
schijnt mij hoger gelegen te zijn. Het was als ging men onder het
kerkhof onder de grond door en als steeg men dan omhoog uit de
aarde in de kerk.
De geboeide boze geesten verzetten zich en wilden hier niet door,
maar zij werden door de engelen met geweld er door gedreven.
Hier verbleven al de heilige Israëlieten, links de Patriarchen,
Mozes, de Rechters en de koningen; rechts de profeten en alle
voorouders van Jezus en ook hun verwanten tot aan Joakim,
Anna, Jozef, Zakarias, Elisabet en Joannes.
In dit verblijf hier waren geen boze geesten, geen lijden of
kwelling, behalve het smachtend heimwee naar de vervulling van
de belofte, hetgeen nu gebeurde.
Fascikel 32
686