background image
God heeft de berichten over haar dood, haar graf en haar ten-
hemel-opneming slechts op vage wijze het voorwerp van de
overlevering laten worden, om aan de toen nog zo levenskrachtige
heidense opvattingen geen gelegenheid te verschaffen onder de
christenen veld te winnen, want men zou haar gemakkelijk als een
godin aanbeden hebben.
Verwanten en vrienden der H. Familie in deze
nederzetting.
2204.
Tot het getal der H. Vrouwen, die ook hier in deze christelijke
nederzetting leefden en het meest bij Maria waren, behoorde ook
een zustersdochter van de profetes Hanna uit de tempel.
Ik heb haar (nl. Joanna Chusa) vóór de doop van Jezus eens met
Serafia later Veronika genaamd, naar Nazareth zien reizen (fasc.
9, nr. 212). Deze vrouw was met de H. Familie verwant door de
tempelprofetes Hanna, want deze was met Anna, de moeder van
Maria, en nader nog met Elisabet, een zustersdochter van Annas
moeder verwant. (Ze was een nicht van Elisabet, nl. een dochter
van Elisabets zuster).
Een andere van de hier rond Maria levende vrouwen, die ik
eveneens vóór Jezus’ doop naar Nazareth heb zien reizen was
Mara, ook een nichte van Elisabet. Deze Mara was met de H.
Familie verwant als volgt: Anna’s moeder Ismeria had een zuster
7 is de Mihrab der Muzelmannen = nis in de muur die de richting naar Mekka
aanwijst, in welke richting zij dan ook bij deze nis bidden.
8 zijn gewelven;
9 een citerne;
10 is de grot van Jezus’ doodstrijd, die niet rechtstreeks met de
ondergrondse kerk in verbinding staat, doch met een gang verbonden is met
het voorplein van de kerk. Deze draagt de titel ‘kerk van de ten-hemel-
opneming’. De latijnen hebben (of hadden) er geen plaats.
Fascikel 34
54