background image
droefheid over die verwoesting, verscheen mij mijn hemelse
Bruidegom in dezelfde gedaante, waarin hij hier (bij
het graf) eenmaal aan Magdalena was verschenen
en Hij vertroostte mij.
Ook de Kalvarieberg vond ik verwoest en door bouwwerken
omvormd. Het kleine heuveltje waarop het kruis had gestaan, was
boven afgegraven en bovendien had men het met grachten
omgeven, zodat men er niet meer bij kon. Ik echter kon de top
bereiken, en, terwijl ik daar vurig aan het bidden was, verscheen
de Heer mij opnieuw met troost en verkwikking.
Tijdens deze bezoeken van de Heer zag ik Suzanna niet meer
naast mij.
De gave van genezing geschonken aan priesters.
Ik kreeg vervolgens een beschouwing over de wonderen en genezingen
van Christus in Jeruzalem en omstreken en vele daarvan zag ik als het
ware opnieuw plaats hebben.
Terwijl ik ondertussen nadacht over de gave om in Jezus’ naam
wonderen te doen – gave die hoofdzakelijk aan de priesters wordt
verleend – en terwijl ik mij in het bijzonder herinnerde hoe de
uitoefening van dit charisma in onze dagen weer speciaal uitschittert in
de prins van Hohenlohe (zie fasc. 14, nr. 475, voetnoot 225), zag ik deze
priester zijn genezingen doen.
Ik zag allerlei zieken door zijn gebed genezen worden, ook mensen die
oude, ongeneeslijke verzweringen onder vuile lompen verborgen
hielden. Ik kan thans echter niet met zekerheid zeggen of hetgeen ik
Fascikel 34
68