background image
Een treffend voorbeeld vindt men in ‘Dromen van Don Bosco’, blz. 42-43:
“Hij zag een groep Salesianen in stoet naar een grafheuvel gaan.
Het getal jaren dat zij nog te leven hadden, werd hem te kennen gegeven
door het getal op een bordje, dat ieder van hen droeg aan het boveneinde
van een stok. De maan die verscheen in verschillende kwartieren, duidde
de maand van hun dood aan.
Het aantal zwarte punten erachter het getal dagen, die zij in hun sterfmaand
nog zouden leven.”
Uit de verschillende en afwijkende mededelingen van K.E. in verband met de
leeftijd van Maria, kunnen wij haar juiste ouderdom niet met zekerheid
bepalen. Wij treffen er zelfs tegenspraak in aan. In fasc. 34, nr. 2195 is zij
op een aantal dagen na 64 jaar geworden en heeft zij na Jezus’ hemelvaart
nog 15 jaar geleefd,
-
3 jaar op Sion,
-
3 jaar te Betanië en
-
9 jaar bij Efeze.
Volgens fasc. 34, nr. 2212 heeft zij na Christus’ Hemelvaart nog 14 jaar en 2
maand geleefd. Dit is echter met 15 jaar, op zijn Joods berekend, overeen
te brengen, zoals men van Christus kan zeggen dat Hij 3 dagen en 3
nachten, gelijk Jonas, in de schoot der aarde verbleven heeft.
Volgens nr. 2218 is Maria 13 jaar en 2 maand na Christus’ Hemelvaart
gestorven. De laatste opgave is niet meer met de vorige opgaven overeen
te brengen. K. moet de voorstelling der getallen ofwel slecht onthouden
ofwel verkeerd geïnterpreteerd hebben.
Alle mededelingen vergelijkend kunnen wij er toch een zekere berekening op
bouwen. B.v. zij stierf 48 jaar na Jezus’ geboorte.
Zij was toen 16 jaar, aangezien men meestal aanneemt dat zij haar Zoon op
15-jarige leeftijd ontvangen heeft. Bij Jezus’ dood was zij 33 jaar ouder, nl.
49 jaar. Indien ze dan nog 15 jaar geleefd heeft, had zij bij haar dood de
ouderdom van 64 jaar bereikt. Versta alles als: bij benadering.
Bij andere visionairen, b.v. Jozefa Menendez is er sprake van 72-73 jaar,
maar wij moeten hier de opmerking herhalen, die wij reeds maakten in fasc.
34, nr. 2208, voetnoot 26, in verband met de plaats van Maria’s laatste jaren,
dood en begrafenis, dat in die niet strikt historische visioenen, die alleen de
bevordering van de godsvrucht en de liefde ten doel hebben, de concrete
bijzonderheden van plaats en tijd van geen belang zijn en de visioenen zich
eerder aanpassen bij de heersende meningen.
Zo spelen, b.v. om maar 2 punten te noemen, de juiste ouderdom van Maria,
het ware uitzicht van Jezus’ geboortegrot daarin geen rol; ze kunnen foutief
zijn.
Fascikel 35
83