background image
Ik bekwam een openbaring als had de koning van het Rijk van
Christus gehoord en aan zijn zonen daarover verteld. Één van hen
antwoordde toen: “Wat mij betreft, ik wens voor mijn deel het
Rijk van Christus, indien ik het kan bekomen!”64
64 Als commentaar plaatsen wij hier slechts een drietal bemerkingen, die
eerder problemen oproepen dan uitleg verstrekken, want over het leven van
deze apostel is heel weinig met zekerheid bekend.
a) Hetgeen Katarina over de apostolische reizen van Bartolomeüs zegt,
komt in het algemeen treffend overeen met wat wij er over lezen bij de
oude kerkelijke schrijvers, waaruit ook de auteur van Bartolomeüs’
levensschets in Petits Bollandistes heeft geput.
Toch stellen wij verschillen vast.
Het voornaamste is dat zijn koninklijke bekeerling Polymius niet regeerde
over Abessinië – ook K. drukt dit niet stellig, maar aarzelend uit – doch,
enige tijd ten minste, over Klein-Armenië.
In nr. 2268 lezen wij kort na elkander deze 2 uitdrukkingen:
-
En ook, zo me dunkt, Abessinië.
-
En nog: land, dat naar mijn mening, Abessinië was.
b) De vader van de bekeerde koning Polymius of Polemon II (de Tweede),
droeg dezelfde naam Polymius, nader bepaald: de Eerste.
Deze stierf in het jaar 8 vóór de christelijke tijdrekening.
Volgens Larousse du XXe Siècle heeft hij geregeerd over 3 landen:
-
sinds 37 vóór Christus over het oostelijk gedeelte van het oude
koninkrijk Pontus en
-
sinds 14 vóór Christus, bij de gratie van keizer Augustus, ook over
Klein-Armenië en
-
het koninkrijk van Bosforus.
Dat Polymius II ooit gezegd zou hebben: “Ik verkies voor mijn deel het
Rijk van Christus” (= de Messias) wordt begrijpelijk, doordat hij, om te
kunnen trouwen met de Joodse Berenice (over wie wij lezen in Hand. 25,
13) zich had laten besnijden en de Joodse godsdienst had aangenomen.
Het ligt dus voor de hand dat hij met de Joodse Messiasverwachting
vertrouwd was en hierin vond Bartolomeüs het aanknopingspunt voor de
lange gesprekken, die hij met Polymius voerde, waarvan K. in deze
levensschets gewag maakt.
Fascikel 35
199