background image
Hij is van Nazareth, waar zijn ouders een huis en een
reukkruidentuin bezaten.
Zijn moeder was een zuster van de 3e man van Maria van Kleofas
(= Jonas); zij had wel 12 kinderen van 3 mannen.
De 3e man was een Griek en zo kreeg zijn eerste zoon de
(Griekse) naam Parmenas. Die vreemde naam gedragen door een
Jood moet ons niet verwonderen (daar zo iets veel voorkwam).
Hij was ongeveer 5 jaren jonger dan Jezus en kon omstreeks
Jezus’ terugkeer uit Egypte geboren zijn. Hij was een van Jezus’
speelmakkers en is Hem altijd getrouw gebleven.
Zijn ouders waren trouwe vrienden van de H. Familie, en toen
Jezus in Jeruzalem achtergebleven en verloren was, hielpen zij
zeer zorgvuldig om Hem overal op te sporen.
Zij lieten zich aanstonds in het begin door Joannes dopen en
Parmenas werd op dezelfde dag gedoopt als Jezus en hij was
ooggetuige van de nederdaling van de H. Geest op Jezus. Zijn
houding en gedrag onder de leerlingen en apostelen was altijd die
van een dienaar; uit ootmoedigheid weigerde hij beslist priester te
worden.
Na de steniging van Stefanus nam hij voor enige tijd de wijk naar
het gewest van Efeze. Nadien was hij bij Paulus en eens met
Barnabas op Cyprus. Met nog meer anderen zag ik hem ook bij
Petrus.
Door zijn evangelieprediking heeft hij velen bekeerd en is op
hoge leeftijd in een volksoploop bij Filippi gedood.
Fascikel 36
272