hoger boompje; zijn bladeren kwamen mij geelachtig voor en
gedraaid als een slakkenhuisje. Er vertoonden zich op dit
boompje aan mij als kleine figuren.
Ik kan op het ogenblik niet zeker zeggen of het een levend
boompje was, dan wel een kunstmatig namaaksel in de aard van
een wortel of stamboom van Jesse18. Aan dit boompje was,
evenals aan een wortel of stamboom van Jesse te zien hoe nabij de
komst der H. Maagd genaderd was. Het boompje scheen mij
levend te zijn en tevens een soort bergplaats of bewaarkast.
Inderdaad, ik zag dat er de bloeiende twijg, de staf van Aäron, die
weleer in de Ark des Verbonds had berust, bewaard werd.
18 Nota van Brentano: hier bedoelt de zienster waarschijnlijk de afbeeldingen
of voorstelling, die men ook bij ons veel ziet, van de geslachtsboom van
Christus, die bekend zijn onder benaming van ‘wortel of stamboom van
Jesse’.
Fascikel 1
35
|