background image
Anna’s overgrootvader (vader van Stolanus en Emoroen) was een
profeet.
Eliud, haar vader, was een afstammeling van Levi, doch haar
moeder Ismeria stamde uit Benjamin.
Anna werd te Bethlehem geboren. Haar ouders verhuisden
vervolgens naar Sefforis, 1,5 uur van Nazareth. Zij bezaten daar
een huis en daarbij een landgoed24; doch waren ook nog in het
bezit van goederen in het vruchtbare dal Zabulon25, 1,5 uur van
Sefforis en 3 uur van Nazareth. Zij bezaten daar een huis.
24 Men ziet dat Maria tot een gegoede familie behoorde. Een biograaf van
Onze-Lieve-Vrouw, Lecanu, zegt daaromtrent: “Bij de naaste en verdere
familieleden van Jezus heerste in het algemeen geen armoede. De traditie
(oude geschiedschrijvers en apokriefen) bevestigt eerder dat het
welgestelde lieden waren. In Palestina zijn herinneringen verbonden aan
eigendommen van verwanten van Jezus, die verspreid liggen van Betlehem
in het zuiden tot Sefforis in het noorden.” (Pet. Boll. T. 16, blz. 96).
25 K. noemt het dal Zabulon terecht ‘vruchtbaar’.
Het is inderdaad de voornaamste en mooiste vallei, bijna vlakte, van Neder-
Galilea: “ze is lang en zeer vruchtbaar”(D.B. Zab. K. 1512).
En De Géramb: “Het is een van de vruchtbaarste en grasrijkste valleien die
ik in Palestina aangetroffen heb. Sefforis ligt op een heuvel die haar
beheerst.” (Reisbeschrijving III, 233).
Maar door dal of vlakte Zabulon, bedoelt K.E. hier een meer beperkt district,
nl. de omstreken van het huis van Eliud, Anna’s vader, en van de ouders van
Joakim. Deze huizen moeten wij veronderstellen – dit blijkt uit nog andere
gegevens – ongeveer 4 km ten westen van Sefforis en 8 km ten
noordwesten van Nazareth, in de buurt van Khalladijeh.
Hier hebben de twee families mekaar leren kennen.
Wij brengen deze omgeving in schets. Zie volgende bladzijde.
Fascikel 1
49