tijdperk van de wereld geboren zou worden; en hierop had
betrekking het feit dat hij tot zevenmaal toe zijn knecht tot zich
riep. Elias zag ook uit welk geslacht zij voortspruiten zou. Hij
zag aan de ene zijde van het land een lage, maar zeer brede
stamboom; aan de tegenovergestelde zijde ontwaarde hij echter
een zeer hoge stamboom, die bij zijn wortel breed was en naar
boven versmalde en die zijn top tot in de eerste boom
omneerboog. Van dit alles begreep hij de betekenis en vernam op
deze wijze het genoemde viertal geheimen betreffende de
toekomstige Moeder van de Heiland67.
Hierop zag ik in een ander visioen hoe Elias de spelonk,
waarboven hij gebeden had, verwijdde; hoe hij vervolgens de
instelling van de ‘kinderen der profeten’ beter organiseerde en
hun levenswijze nauwkeuriger regelde. Het gebruik bestond (of
kwam nu in zwang) dat steeds enigen van hen in deze grot om de
komst van de H. Maagd baden, en haar die nog komen moest,
reeds lang vóór haar geboorte vereerden. Ik zag dat deze devotie
tot de H. Maagd hier op de Karmelberg zonder onderbreking bleef
bestaan, dat de Essenen doorgingen met die te beoefenen, toen
Maria reeds op aarde leefde, en dat ze daar tot in onze dagen
67 De vier geheimen zijn wel dezelfde die genoemd zijn in een passage van
de Patriarch Joannes van Jeruzalem.
Die passus is door Kochem geciteerd in zijn groot Christusleven;
hij luidt:
“Uit dit visioen verstond Elias:
1) dat een Onbevlekt Ontvangen Maagd ter wereld zou komen;
2) in het 7e tijdperk van de wereld;
3) dat ze eeuwig maagd zou blijven;
4) en toch een God zou baren.
“Vanaf die openbaring”, zo vervolgt Kochem, “begon de profeet met zijn
leerlingen de toekomstige Maagd op de berg Karmel te vereren, te bidden
om haar komst en de godsvrucht tot haar te verspreiden.”
Zoals wij in nr. 34 zullen zien, zond hij zelfs boden uit tot in de heidense
landen.
Fascikel 2
130
|