background image
Deze steunzuil steeg op als een dunne boomstam tot in het
midden van die kerk en op zijn regelmatig geplaatste takken
stonden leden uit de familie van de H. Maagd die in deze
feestvertoning (van de Onbevlekte Ontvangenis) het voorwerp
van de verering waren; zij stonden al op de meeldraden van een
bloem: het was de heilige moeder Anna tussen de H. Joakim en
een ander man, wellicht haar vader.
Onder Anna’s borst zag ik een heldere ruimte, enigszins in de
vorm van een kelk, en in die ruimte zag ik zich de gestalte van
een schitterend kindje ontwikkelen en groter worden; het hield de
handjes op de borst gekruist en zijn hoofdje voorovergebogen82;
er gingen ontelbare stralen naar één zijde van de wereld van uit.
Zij zag alle heiligen die er een bijzondere betrekking op hadden, dit feest
vieren in een diepzinnig geordende plechtigheid in een lichtende,
doorzichtige, achthoekige kerk. Gewoonlijk zweefde die kerk in de lucht.
Wanneer het echter feesten gold met betrekking op bloedverwanten van
Christus naar het vlees, of op de mysteriën van zijn leven, of ook nog op
heiligen die de wondtekenen van Onze-Lieve-Heer gehad hadden, dan
zweefde of hing die kerk niet in de lucht, maar was geplaatst op een stengel
of zuil die uit de aarde opschoot en waarop zij als een bloem of vrucht
ontloken scheen.”
Brentano vond nooit de gelegenheid om haar nopens dit verschil te
ondervragen.
82 K. Emmerick geeft hier de beschrijving van een kindje op zijn vierde
maand in de moederschoot: de vrucht houdt het betrekkelijk zware hoofd
voorovergebogen.
Fascikel 2
153