Ik zag hen deze afschuwelijke handeling in eenvoud en met
godsdienstige bedoelingen verrichten en ik vernam dat zij tot zulk
een verschrikkelijk gebruik gekomen waren door een foutieve
interpretatie van figuurlijke en profetische aankondigingen van
het Laatste Avondmaal.
Ik zag het gebruik van dit afgrijselijk offer bestaan in Chaldea, het
land van Mensor, die één der H. Driekoningen is. Maar ook zag
ik hoe hij, op de dag van Maria’s ontvangenis in een visioen een
goddelijke verlichting ontving, die hem deze gruwelpraktijk deed
afschaffen.
Ik zag hem nl. op een piramidevormig, hoog, houten bouwwerk
verslonden in de waarneming van sterren, waarin deze mensen,
volgens oude overleveringen door de eeuwen heen, volhardden.
Ik zag koning Mensor stijf in verrukking liggen, volkomen buiten
kennis: zijn ogen, die niets om hem heen bemerkten, bleven op de
sterrenhemel gevestigd. Hij zag in een ster het beeld van een
maagd met de weegschaal waarop in evenwicht een druif en
korenaren lagen (zie nr. 40).
Fascikel 2
161
|