background image
de Natalibus zijn relaas der gebeurtenissen met de woorden:
“De prior(kloosteroverste) vroeg de hemelse gezant naar zijn naam;
deze antwoordde dat hij de bisschop Nicolaus was en dat de H. Moeder
Gods hem gezonden had om hun deze openbaring te brengen en hen uit de
nood te helpen.
Cum prior de nomine nuntii interrogasset, respondit se esse Nicolaum
episcopum et esse a Beata Dei Genitrice pro tali revelatione et eorum
liberatione transmissium.” (cfr. Bourassé, ‘Summa aurea’, III, col. 1329-
1330).
***
In de tweede helft van de 11e eeuw en in de 12e eeuw heerste een bewogen
strijd rond het twistpunt van Maria’s Onbevlekte Ontvangenis.
In die twist heeft de H. Anselmus, aartsbisschop van Canterbury van 1093
tot 1109, zich zeer verdienstelijk gemaakt en helderheid in de zaak gebracht
door erop te wijzen dat Onze-Lieve-Vrouw, hoewel Onbevlekt Ontvangen, dit
voorrecht aan de vooruit geziene verdiensten van Christus te danken heeft
gehad en zo door Hem verlost geworden is.
Ziehier in welke omstandigheden de verschijning plaats gehad heeft, waar
K.E. hier melding van maakt en die zoveel bijgedragen heeft tot de
invoering, viering en verspreiding van het feest van Maria’s ontvangenis.
Bovendien weet zij en zij alleen te zeggen dat de verschijning de H. Nikolaas
van Myra (feest 6 december) geweest is.
***
Willem, hertog van Normandië had Engeland veroverd.
De Denen wilden die verovering ongedaan maken en rustten zich uit voor
een oorlog. Om hen tot verzoening en vrede te brengen, vaardigde hij de
abt Helsin van Ramsay (niet onwaarschijnlijk een Skandinaviër) af naar de
Denen voor een onderhandeling.
Op de terugvaart werd abt Helsins schip door een hevige storm geteisterd.
In dat dreigend gevaar nam de bemanning haar toevlucht tot de aanroeping
der H. Maagd.
Nu had haar verschijning plaats aan abt Elpinus, zoals wij K.E. het hoorden
verhalen.
Willem die zijn landen christelijk bestuurde, wenste het verlangen der H.
Maagd in te willigen. Hij riep alle bisschoppen van Normandië en Engeland
bijeen en zij beslisten dat het feest in de Anglo-Normandische staten zou
worden ingevoerd en gevierd.
Dit geschiedde tussen 1070 en 1089 onder bisschop Lanfrancus,
voorganger Van Anselmus, die deze godsvrucht verspreidde.
Fascikel 2
167