Eigenlijk verklaarden die knapen mij zeven plaatsen uit hun
rollen124, doch de stoornissen die mij dagelijks van alle kanten
belegeren, hebben mij alles, behalve het meegedeelde, doen
vergeten.
O God, mijn God, hoe schoon en diepzinnig, hoe eenvoudig en
zonneklaar is mij alles (op het ogenblik dat ik het zie), en toch kan
ik achteraf zo weinig behoorlijk verhalen; de ellendige,
nietswaardige dingen van dit armzalige en rampzalige leven, die
bestendig beslag op mij leggen, doen me zoveel vergeten.
De reis naar Jeruzalem.
60.
Ik zag hen met het aanbreken van de dag zich op weg begeven
naar Jeruzalem. De kleine Maria verlangde zo onweerstaanbaar
naar de tempel, dat zij uit het huis naar de lastdieren snelde.
Ik stond met de profetenknapen bij de deur en we sloegen haar
gade. De knapen wezen mij nog op passages in hun rollen. Een
daarvan luidde dat de tempel heerlijk was, maar dat dit meisje nog
iets heerlijkers in haar binnenste bevatte (nl. de heilige zegen).
(Zinspeling op de prachtige passage Aggaeus, 2, 3-10).
Men gebruikte twee lastdieren bij de reis. De ene ezel was zwaar
bevracht; de knecht die hem leidde, was met het dier de stoet
steeds een eind vooruit. Op de andere, eveneens bevrachte ezel,
124 De Oud-Testamentische profeten verklaarden Katarina 7 plaatsen uit hun
rollen, die als voorafbeeldingen of voorzeggingen van Maria te verstaan zijn.
Één daarvan weet ze zich momenteel nog te herinneren.
Maar dat er inderdaad nog andere zijn, weten wij uit de Litanie van Onze-
Lieve-Vrouw, uit de Liturgie en de Kerkvaders, o.a. paus Leo de Grote, Sint-
Bernardus (Homilia 2, nr. 4, super Missus est Angelus ad Virginem
praesignatam, a prophetis promissam).
Meer bepaald, over het regenwolkje van Elias werd hoger reeds gehandeld
in nr. 31, voetnoot 66.
Fascikel 2
224
|