background image
die vóór het huis stond, was een zitplaats voorzien en hierop werd
Maria geplaatst. Zij droeg het gele rokje van haar eerste stel
klederen en was in de grote sluier (of onweersdoek tegen regen en
koude) gehuld; de doek was rondom haar middel
samengetrokken, zodat de armen er in rustten.
Joakim leidde de ezel; hij gebruikte een hoge gaanstok met aan
het boveneinde een grote, ronde knop of appel; het was een
pelgrimsstaf125.
125 De gaanstok of pelgrimsstaf van Joakim. – Op grote reizen maakten de
Israëlieten, zoals in ‘t algemeen alle oosterlingen, gebruik van een gaanstok
(cfr. Gen. 32, 10; Ex. 12, 11).
Dit blijkt ook uit de Evangeliën: Mt. 10, 10; Mk. 6, 8; Lk. 9, 3).
In Egypte werden er een menigte teruggevonden, ook zulke met een appel,
die effen of gesneden en versierd was. Zo’n appel aan het boveneinde heeft
een doorsnede van 3 à 4 cm. Hun lengte verschilt van 1 tot 2 m.
Fascikel 2
225