background image
zich ziet verschijnen, zonder dit aan anderen te zeggen, omdat
men in zo’n toestand diep in zichzelf gekeerd is.
Later zag ik hen in een alleen gelegen huis hun intrek nemen,
waar zij gastvrij ontvangen werden en spijs gebruikten. Hier
schenen bloedverwanten van hen te wonen. Van hier werd de
kleine Maria van Kleofas naar huis teruggezonden.
Overdag zag ik hen nog af en toe op hun reis, die niet zo gemak-
kelijk is: zij moeten over berg en dal127. Dikwijls hangt er in de
dalen een koude nevel en bedekt een kille dauw de bodem128,
127 Over berg en dal. – Een paar citaatjes uit reisbeschrijvingen: “Overal
hetzelfde: klimmen en dalen: het is eigen aan alle wegen in Palestina.”
“De reiziger moet voortdurend stijgen en dalen, gelijk een scheepje dat op
sterke golven opgetild en weer neergelaten wordt.” (Delancker, 349; Simons,
151).
“Van Nazareth tot de Tabor moet men verschillende heuvelen op en af.”
(Janssens, 319; Mislin, III, 269).
128 Dauw, nevel, mist. – In Palestina is mist mogelijk in ieder jaargetijde.
Toch is hij overvloedigst in de lente en in de maanden september en
oktober.
Juist in september is er geen en in oktober heel weinig eerste regen.
Men berekent voor Jeruzalem:
-
1,5 dag regen in oktober en mei;
-
5 à 6 dagen in november;
-
9 dagen in december;
-
10 dagen in januari;
-
10 à 11 dagen in februari;
-
8 à 9 dagen in maart;
-
5 à 6 dagen in april.
Ietwat regen in een zomermaand is een zeer zeldzame uitzondering.
Door de hitte is alle groen verschroeid. Nochtans het jaar door kennen de
nachten overvloedige dauw. Deze veroorzaakt een dichte mist, die met het
aanbreken van de dag de lucht vervult, maar in de opkomende zon
geleidelijk en vrij spoedig verdampt. Om 9 uur is er in de opgeklaarde hemel
geen spoor meer van te ontwaren tenzij kleine wolkjes hoog in de hemel.
De dauw kon zo overvloedig zijn dat de aarde, de daken van tenten en
huizen, de planten, de bomen bevochtigd zijn en druipen alsof het geregend
Fascikel 2
230