background image
Aankomst te Jeruzalem. – De stad. – De tempel.
Daar hier veel opmerkingen te maken zouden zijn, zullen wij enige 
woorden als uitleg, hier en daar, tussen haakjes plaatsen, om enige 
verwijzingen te vermijden.   
(Verhaald op 6 november 1821)
62.
De zienster verhaalde in de avond van 6 november:  
Ik heb deze middag de kleine Maria met heel haar gezelschap te
Jeruzalem zien aankomen.
Jeruzalem is een eigenaardige stad. Men moet zich deze volstrekt
niet voorstellen met een druk verkeer van mensen in de straten,
zoals b.v. Parijs. Te Jeruzalem zijn meerdere steile of diepe
valleien (in en rondom de stad), die achter stadsmuren omlopen,
waar geen deur, geen venster op uitkomt, en waarachter de
hooggelegen huizen naar de andere zijde (binnenkant) gekeerd
zijn. Want de stad bestaat uit verscheidene wijken (zeker vijf),
die, de een na de ander, door muren met mekaar verenigd werden.
Zo werd telkens weer een nieuwe heuvel bij de stad gevoegd,
terwijl niettemin de oude muren tussen de verschillende wijken
behouden bleven.
(De kern van Jeruzalem is geweest het kleine heuveltje ten zuiden 
van de Tempelberg (of ‐plein) waarvan het een verlenging is.  
Salomon voegde er de eerste westelijke heuvel bij, die hij met een 
muur versterkte, enz.   
Zie het kaartje op vorige bladzijde.   
Dit kaartje zal zonder verdere uitleg meerdere bijzonderheden 
ophelderen, o.m. de richting van de weg die Maria met haar 
gezelschap volgde bij haar intrede in de stad en opdracht in de 
tempel).  
Fascikel 2
244