Gedurende het feest kwamen en gingen meerdere priesters en
levieten de herberg in en uit. Zij namen ook deel aan de maaltijd.
Toen zij hun verwondering te kennen gaven over de
menigvuldige, zo royale offergaven van Joakim, antwoordde deze
dat hij zich nu naar vermogen dankbaar wilde betonen jegens
God, die in zijn barmhartigheid de smaad van hem had
weggenomen, die men hem in de tempel had aangedaan, toen zijn
offer afgewezen was en die ook zijn smeken (om het kind der
belofte) had verhoord.
Heden zag ik ook nog de kleine Maria met de overige meisjes in
de omgeving der herberg een wandeling doen. Veel andere
bijzonderheden ben ik vergeten.
Fascikel 2
256
|