Maria sprak nog met Noëmi van haar verlangen om elke nacht
meermalen op te staan, maar Noëmi wilde er vooralsnog niet van
horen. De tempelvrouwen droegen lange, wijde, witte klederen
die gordels en zeer wijde mouwen hadden, die onder het werk
opgeslagen werden; ook waren zij gesluierd163.
163 Witte klederen die gordels en zeer wijde mouwen hadden, die onder het
werk opgeslagen werden. – Dus worden de mouwen, niet het kleed
opgeslagen. Lange mouwen zijn in het Oosten nog aan de orde van de dag,
(zie schets).
“Arabische vrouwen binden die onder het werken binnens- of buitenshuis
achter de rug” (‘t H. L. 8e jg. 14).
“De vrouwen dragen een blauw kleed met zulke wijde en lange mouwen, dat
zij die achter de rug kunnen samenbinden. Bij regen of felle zon leggen zij
die op het hoofd. Op reis dragen zij ook wel eens een kind in de mouw, in
plaats van op rug of schouder.” (cfr. ‘t H. L.1e jg.14; Dapper, Arabië, Jesaja
47, 2).
Fascikel 3
278
|