Heden zag ik het kind bij deze lamp op een voetbankje staan
bidden uit een perkamentrol; de bollen der staven staken eruit te
voorschijn; het was een aangrijpend tafereel.
Het kind droeg daarbij een wit- en blauwgestreept kleedje, met
gele bloemen doorwerkt. Er stond in de kamer een rond, laag
tafeltje.
Ik zag de profetes Hanna binnentreden en een schaal met
vruchten, zo groot als bonen, en een kruikje op de tafel zetten.
Maria’s bekwaamheden overtroffen haar leeftijd. In de dienst van
de tempel zag ik haar reeds aan kleine, witte doeken arbeiden.
Een paar teksten:
-
“Zowel oudtijds als heden gebruikte men matten tot bed, die overdag
opgerold werden.” (De Godmens, Beaufays, blz. 12).
-
“Mijn herbergzame gastheren spreidden voor mij een mat open in de
hoek van de kamer; daarop sliep ik gekleed.” (Mislin, III, 208).
-
“Waarop slaapt ge dan wel?” vroeg De Géramb te Bethlehem.
Men antwoordde: “Op die dekens daar, die wij openrollen.”
-
Zo ook de Arabieren in Noord-Afrika; enz.
Fascikel 3
281
|