NOTA. Alles is zo vertaald, dat wij menen dat verduidelijking onnodig
is, te meer omdat Maria’s bruiloftskleed (zie hiervoor) de
beschrijving illustreert.
De tekenaar heeft nochtans de bijzonderheid niet weergegeven dat
die bovenmantel weer naar voren kwam, in de gordel gevat was en
van de gordel opnieuw, nu met omgeslagen rand, als toonde zich de
voering, weer achterwaarts schuin omneerdaalt.
Van voren dekte die mantel dus slechts een horizontale strook
tussen hals en borst, iets van het voorste middel en de beide zijden;
hij liet nagenoeg heel de voorkant van het kleed en ook de mouwen
onbedekt; van achteren vormde hij enige vouwen en dekte heel de
rug van de nek tot de voeten.
-
In fasc. 34, nr.2207 zal K. die mantel nog duidelijker beschrijven en
bij die passage plaatste de tekenaar in de eerste Duitse uitgave
het figuur A van hierboven.
-
Dat in die tijd zulke bovenmantels bestonden blijkt uit fig. B; men
ziet er zulke in ‘Dictionnaire de la Bible’, o.m. bij de woorden
‘Chaîne’ en ‘Corbeille’. Alleen schijnt die mantel daar boven de
armen te blijven.
-
Het was een feestgewaad volgens joodse mode, zegt de zienster
in fasc. 34, nr.2207. Op grond van die afbeelding kunnen wij ons
die mantel ook voorstellen, zoals in fig. C.
De vrouwelijke lezers – en ze zijn talrijk – van oudsher toch worden
de vrouwen het ‘godvruchtige geslacht’ genoemd – zullen het de
zienster gaarne vergeven dat zij telkens opnieuw zulk een aandacht
aan de klederen schenkt; zij was immers een zeer fijne en vaardige
kunstnaaister en nooit zou zij onfatsoenlijk gekleed hebben willen
zijn. Zij had een relikwie van die bovenmantel en daardoor zag en
beschreef zij zo nauwkeurig de bruiloftsklederen van de H. Maagd.
Fascikel 3
328
|