(Verhaald op 3 augustus 1821)
Op 3 augustus1821 verhaalde zij nog:
Ik heb in de laatste dagen vele bijzonderheden over de
geschiedenis van de trouwring der H. Maagd gezien, doch
huiselijke zorgen, die ongelukkige storingen en mijn vele smarten
maken het mij onmogelijk nog veel daarvan in goede volgorde te
verhalen.
Ik zag heden een feest in een kerk in Italië, waar zich die
trouwring bevindt. Het scheen mij dat hij hing in een monstrans
(= houder om gewijde hostie uit te stallen in Rooms-Katholieke kerk) die
boven het tabernakel stond. Het altaar was groot en overrijk
versierd; de blik verloor zich in een overvloed van zilveren
versierselen. Ik zag dat men vele trouwringen tegen de monstrans
aanstreek. Gedurende het feest zag ik aan beide zijden van de
ring Maria en Jozef in hun bruiloftsklederen verschijnen en het
was als stak Jozef de ring op de vinger van Maria.
Ik zag de ring bij die handeling licht uitstralen en beweeglijk
vonkelen184.
184 Nota van Brentano. –
Toen de schrijver deze mededeling van de zienster op 4 augustus noteerde,
kon hij niet vermoeden wat op 3 augustus aanleiding tot dit visioen had
gegeven.
Het was hem derhalve een verrassing, toen hij meerdere jaren daarna in een
Latijns geschrift over de ring van de H. Maagd, die te Peroese bewaard
wordt, las dat men die ring op 3 augustus aan het volk ter verering toont.
Hiervan wist hij, en waarschijnlijk ook de zienster, niets af.
Deze aantekening vond hij in ‘De annulo pronubo Deiparae Virginis, qui
Perusiae religiosissime asservatur’, J. B. Lauri Perusini Commentarius, p.
59.
***
Het volgende dient ter aanvulling:
Onder paus Gregorius V (996-999) werd die ring in de stad Chiusi (Clusium)
teruggevonden en naar Perugia gebracht. De Chiusanen eisten hem terug
onder bedreiging met een rechtsgeding. Perugia werd gedwongen de ring
Fascikel 3
333
|