De volgende dag verhaalde de zienster verder:
Vannacht bezocht ik in mijn beschouwing de H. Maagd en mijn
engelbewaarder bracht mij in het huis van de H. Anna, dat ik met
al zijn indelingen goed herkende.
Jozef en Maria trof ik er niet meer aan; ik zag Anna aanstalten
maken om naar het nabijgelegen Nazareth te gaan, waar de H.
Familie nu woonde; zij droeg onder haar arm een pak voor Maria
mee; zij ging over een vlakte en door geboomte (= door een
bomenrijke ondiepe vallei, cfr. fasc. 1, nr. 15, voetnoot ), naar
Nazareth dat vóór een hoogte ligt186. Ook ik begaf er mij heen.
186 De hoogte waarvóór Nazareth gelegen is, is de Nebi Saïn (niveau 488
m), terwijl het dorp op een lager heuveltje aan zijn voet lag met een niveau
van 435 m. Die berg ligt boven de noordkant van het stadje.
Fascikel 3
336
|