background image
Hierom zag ik het hele gebeuren heden nogmaals met alle 
uitwendige omstandigheden.  
Ik zag de H. Maagd niet lang na haar huwelijk in Jozefs huis te
Nazareth, waar mijn geleider mij heen had gebracht.
Jozef was met twee ezels op reis uit: hij was enig erfgoed, of
liever, naar ik meen, handwerkgereedschappen gaan halen; hij
scheen me nog op weg naar huis te zijn.
‘s Morgens was Anna’s tweede echtgenoot met nog andere
mannen in de woning geweest, doch zij waren weer vertrokken.
In het huis zag ik, benevens de H. Maagd en twee jonge dochters
van haar leeftijd – het waren zonder twijfel medescholieren van
haar in de tempel – ook nog moeder Anna en die verwante
weduwe van haar, die tevens haar dienstmeid was en later, na de
geboorte van Christus, haar naar Bethlehem vergezelde. Alles
was door Anna in het huis geheel nieuw ingericht.
Ik zag de vier vrouwen voor hun werk in het huis heen en weer
gaan en na volbrachte dagtaak op het voorhof samen wat
wandelen. Tegen de avond zag ik hen het huis weer binnengaan
en daar rondom een rond tafeltje staan bidden.
Hierop zag ik hen eten van de opgediende kruiden en daarna
scheiden. Anna tripte als een naarstige, zorgvuldige moeder nog
lang in het huis her en derwaarts.
De beide jonge dochters begaven zich, ieder naar haar eigen
slaapcelletje en ook Maria trok zich terug in het hare189.
189 Het gegeven over het huisje hier en verder verklaren wij als volgt.
Nazareth en zijn omgeving is vol grotten. Vele woningen bestaan uit een
grot in de rotsheuvel die tot achterkamer dient en uit een klein rechthoekig
voorgebouw; men treft heden te Nazareth nog menige zulke woning aan.
Op dezelfde manier was Maria’s huisje ingericht; het had bovendien,
beweert de zienster, een klein voorhof, hetgeen overigens normaal is.
Daar echter alles, behalve de grot, verdwenen, veranderd, verhoogd,
verbouwd is, is de grootheid of uitgestrektheid van het voorhuisje niet te
bepalen.
Fascikel 3
340