m breed en 1,80 m dik, gemaakt met kolossale steenblokken, gelijkend
op die van de tempelmuur te Jeruzalem.
In de zuidwesthoek van het rechthoekje ziet men aangetekend de eik
die Abrahams tent of woning overschaduwde.
In dezelfde hoek is ook de 7 m diepe bronput aangetekend, die nooit
geheel zonder water is. Op deze plaats heeft de gebeurtenis
plaatsgehad, die verteld is in Genesis, 18, 1‐15 en die onze K. op haar
beurt zo mooi verteld heeft (zie terug fasc. 1, nr. 26).
Het gestreepte deel rechts wijst de oppervlakte aan, die later door een
basiliek van Konstantijn en haar bijgebouwen ingenomen werd.
In de laatste decennia hebben opgravingen de grondslagen van de
reusachtige ringmuur blootgelegd. Meteen werden ook resten ontdekt
uit de tijden der Koningen en dit wijst er op tot hoever in het Oude
Testament de traditie van Abrahams verblijf op die plaats teruggaat.
Ze ligt zowat 3,5 km ten noorden van Hebron en heet Haram (ook: Beit)
Ramet el‐Khalil, d.i. Heiligdom (Huis) van de hoogte van de vriend.
Immers, in navolging van de H. Schrift (Jes. 41, 8; Jak. 2, 23) geven de
Arabieren de naam el‐Khalil (vriend van God) aan Abraham.
Daarom noemen zij ook Hebron el‐Khalil, stad van de Vriend, omdat zich
daar zijn grafspelonk bevindt.
Fascikel 4
369
|