Hier enkele trekken, hetzij ze reeds vermeld werden of niet.
Het bestaan van puin, dorpsresten, muurwerken, oude huizen en
versterkingswerken wordt door de pelgrim Mislin bevestigd. Nu echter
wordt alles stilaan voor nieuwe huizen en bouwwerken opgeruimd.
Komen wij van Jeruzalem langs de oude Romeinse baan naar Hebron,
wij ontmoeten achtereenvolgens
‐
de woonplaats van Abraham,
‐
daarna links de kleiner heuvel van Zakarias’ huis,
‐
langs dezelfde kant, lager op de heuvelhelling het catacombengraf of
de steenmijn in grafspelonk veranderd,
‐
de bron Sara met de beek die er uit vloeit,
‐
rechts de hogere heuvel of berg Rameh, waar Zakarias zijn landhuis
met tuin gehad moet hebben.
‐
Tenslotte in Hebron zelf de grafspelonk van Abraham en
‐
in de omgeving op de bergen de zo geroemde vruchtbaarheid van de
landstreek.
Ook Th. Neumann noemt Joetta een voorwijk (met een tiental huizen)
van Hebron. Daar woonde Zakarias in een voornaam, groter huis,
gelegen in een tuin met een omheining (Gerlich, I, 225). Alles samen
genomen is onze voorstelling logisch en zeer waarschijnlijk.
Fascikel 4
375
|