background image
heimwee van haar hart, haar vermoeden en voorgevoel – ze kon
het maar niet van zich afzetten – dat haar nicht Maria van
Nazareth haar kwam bezoeken.
Zakarias zocht haar tot andere gedachten te brengen en gaf haar
door tekens en door geschrift op zijn tafeltje te verstaan hoe het
op zijn minst zeer onwaarschijnlijk was dat de pas gehuwde zo
aanstonds zulk een verre reis zou ondernemen. Hierop keerden
beiden naar huis terug.
Elisabet evenwel kon haar hoop niet prijsgeven; zij wist beter,
want zij had in een droom vernomen dat een meisje uit haar stam
de moeder van de beloofde Messias geworden was; zij had toen
onmiddellijk aan Maria gedacht en een vurig verlangen naar haar
komst opgevat. Meer nog, zij had haar in de geest in de verte
reeds gezien op weg om haar te bezoeken.
In haar huis, rechts van de ingang had zij een kamertje met
zitplaatsen in gereedheid gebracht. Hier zat zij de volgende dag
lang te wachten, ongeduldig uitziende of Maria nog niet
aankwam. Opeens stond zij op om haar een eindweegs tegemoet
te gaan. Elisabet trok zeer mijn aandacht; zij was een
opgeschoten, reeds bejaarde vrouw met een klein, fijngevormd
aangezicht met edele trekken; haar hoofd was omsluierd; zij
kende de H. Maagd slechts door naam en faam.
Toen nu Maria Elisabet van verre ontwaard en erkend had, snelde
zij haar dadelijk vlugger tegemoet en Jozef volgde haar langzamer
en op een bescheiden afstand. Maria bevond zich reeds tussen de
naburige huizen; de bewoners, ontroerd door haar wonderschone
verschijning en aangegrepen door de bovennatuurlijke
waardigheid in geheel haar voorkomen, deinsden bij hun
ontmoeting schroomvol terug.
Maria en Elisabet wisselden een eerbiedige groet, terwijl zij
elkander vriendelijk de hand reikten. Op dit ogenblik zag ik in
de H. Maagd een schittering en als een lichtstraal uit haar in
Fascikel 4
377