Ik zie moeder Anna, gedurende de afwezigheid van Maria en
Jozef dikwijls haar dienstmeid naar het huisje van Nazareth
sturen, om daar op alles een oog te houden. Ook haarzelf heb ik
daar reeds eenmaal gezien.
4 juli. –
Zakarias is vandaag met Jozef tussen de velden gaan wandelen.
Het huis ligt afzonderlijk op een heuvel en is het voornaamste
huis in de hele omtrek; andere liggen er verspreid omheen. Maria
is wat vermoeid; zij en Elisabet zijn alleen thuis.
5 juli. –
Ik heb Zakarias en Jozef de voorgaande nacht zien doorbrengen in
de tuin die van het huis verwijderd ligt. Een deel van de nacht
sliepen zij in het huisje van de tuin; de overige tijd besteedden zij
aan het gebed in de tuin in open lucht; met het dagaanbreken
keerden zij naar de woning terug; hier zag ik de H. Maagd en
Elisabet; zij baden samen elke morgen en avond het Magnificat,
dat Maria bij de begroeting van Elisabet onder de ingeving van de
H. Geest had uitgesproken.
94.
Door de groet en de boodschap des engels werd de H. Maagd als
ingewijd tot een kerk. Op de woorden: “Zie, ik ben de
dienstmaagd des Heren, mij geschiede naar uw woord.”, nam het
eeuwig Woord, door de Kerk (= Maria), Zijn dienstmaagd,
verwelkomd, zijn intrek in haar. Nu was God in zijn tempel, nu
was Maria de tempel en de Ark van het Nieuw Testament.
De begroeting van Elisabet, de vreugdebeweging van Joannes
onder het hart van zijn moeder, was de eerste
godsdienstplechtigheid van het nieuwe godsvolk vóór dat nieuwe
heiligdom, dat Maria was. Toen nu de H. Maagd het Magnificat
uitsprak, vierde de Kerk van het Nieuw Verbond, van het Nieuwe
Fascikel 4
385
|