De grafspelonk van Maraha, voedster van
Abraham.
116.
Abraham had een voedster met name Maraha, voor wie hij een
grote achting koesterde; zij bereikte een hoge ouderdom en hij
nam haar op zijn tochten steeds met zich mee op een kameel.
Te Soekkot verbleef zij lang bij hem en in haar laatste levensjaren
ook hier in het herdersdal, wanneer Abraham zijn tenten in de
omgeving van deze grot opgeslagen had. Toen zij, meer dan 100
jaar oud, de dood voelde naderen, verzocht zij Abraham haar te
begraven in deze grot, waarover zij voorzeggingen deed en
waaraan zij de naam gaf van Melkgrot en ook nog: Grot van de
zogende of voedster.
Fascikel 4
468
|