background image
In deze nacht van Jezus’ geboorte meen ik twee van die koningen
gezien te hebben (nl. Mensor en Saïr). De derde (Teokeno) die
oostwaarts van de Kaspische Zee woonde272, bevond zich niet bij
hen.
Een bepaald gesternte was steeds het voorwerp van hun
waarnemingen en bij de beschouwing ervan merkten zij
allerhande veranderingen op en kregen zij verschijningen aan de
hemel.
Hedennacht zag ik het beeld dat zij ontwaarden; het was in (of:
het was het resultaat van) verscheidene veranderingen. Het was
niet één ster, waarin zij het herkenden, maar een uit meerdere
sterren samengestelde figuur en daarin was een beweging.
Zij zagen een prachtige regenboog boven de maan, die in een
kwartier was. Op deze regenboog was een Maagd gezeten; zij
hield het linkerbeen opgeheven als in zittende houding; het
rechterbeen hing meer recht naar beneden en rustte op de maan.
Ter linkerzijde van de Maagd verscheen op de regenboog een
wijnstok en ter rechterzijde een bos tarwe-aren.
Ik zag vóór de maagd de figuur van een kelk verschijnen of
opstijgen of met nog heller glans uit haar glans te voorschijn
272 Oostwaarts van de Kaspische Zee. – Zie de volgende kaart; ze steunt
niet op één aanduiding van K., wat soms op een dwaalspoor kan brengen,
maar op alle verzamelde en met mekaar vergeleken gegevens. Wij moeten
eruit besluiten dat het gegeven ‘oostwaarts van de Kaspische Zee’ een
overdreven uitdrukking is.
Alle mededelingen samennemend, moeten wij het verblijf van de 3e koning
Teokeno, de Medieër, plaatsen ten zuiden van de zuidoosthoek van die Zee.
Hun gemeenschappelijke sterrentoren meer dan 100 uren ervan, in het hoge
gebergte Zagros dat toppen heeft van 3000 m, 4220 m, 4440 m en 5200 m.
K. zal verder spreken van een hoog gebergte tussen twee zeeën, maar ze
bedoelt niet het Kaukasusgebergte, zoals Brentano meent, maar het
Zagrosgebergte tussen de Kaspische Zee en de Perzische, of Golf van
Perzië (zie nr. 123).
Fascikel 5
509