background image
Overdag kwam de verpleegster nog eens tot de H. Maagd terug en
vernieuwde het verband van het Kindje Jezus. De volgende nacht
zag ik het herhaaldelijk woelig van pijn en het schreide erg.
Maria en Jozef zorgden afwisselend er voor en wandelden er mee
op de armen om het te sussen (285 en 286).
285 Jezus is in alles aan de mens gelijk willen worden, de zonde
uitgezonderd. Hij heeft, door ze zelf te beleven, al hun levenstoestanden
willen heiligen, ja, ook het onbewuste lijden van de kinderen.
Hij heeft zich aan hen gelijkvormig gemaakt en een ontwikkeling willen
ondergaan en vandaar het woord van Sint-Lukas: ”Hij groeide op en nam toe
in wijsheid en in welgevallen bij God en de mensen.” (Lk. 2, 52).
286 Bemerking op het geheel van de besnijdenisceremonie. – In de H. Schrift
is niets bepaald nopens de wijze waarop de besnijdenis uitgevoerd moest
worden, maar des te meer door de rabbijnen. Die wijze kennen wij ook door
de nog bestaande gebruiken bij de hedendaagse orthodoxe Joden.
Het is treffend hoe juist de besnijdenis door K. beschreven wordt, afgezien
wellicht van een paar dingen die later toegevoegd werden of waarop zij geen
acht heeft gegeven. De meest treffende punten van overeenkomst zijn in
het volgende begrepen.
Iedereen die er bekwaam toe is, zelfs de moeder, kan de besnijdenis
toedienen; nochtans oefent in bevolkte middens een soort specialist vaak
deze bediening uit.
De handeling geschiedt op de 8ste dag na de geboorte in de morgen en ze
wordt door een in gebed doorgebrachte nacht, die men ‘wake’ noemt,
voorafgegaan. (In Jezus’ geval hebben hieraan die vijf personen van
Bethlehem misschien wel deel genomen en zijn ze niet naar huis gegaan).
Het werktuig is een gewoon mes, of scheermes of stenen mes; dit laatste is
veiligst.
Er komen een peter en meter bij te pas;
-
de meter brengt het kindje aan;
-
de peter ontvangt het en houdt het vast onder de besnijding.
In een zetel gezeten houdt hij het in de vereiste positie.
Een tweede zetel blijft ledig voor de aanwezig geachte profeet Elias.
De besnijder brengt een platte steen of stenen blad aan, waarin de nodige
voorwerpen bevat zijn: mes, poeiers, zalven en doekjes om de pijn te
verzachten of te verdoven, het bloed te stelpen, de wonde te helen en te
verbinden. Eerst wordt het bovenste ruwe huidje of uiteinde der huid
afgesneden en een zachter onderhuidje alleen maar gekwetst met de nagels
Fascikel 5
537