133.
Nacht tussen 27 en 28 november. –
In deze nacht, de volgende na Teokeno’s oponthoud bij de
herders, zag ik hem de stoet van Mensor en Saïr met het
aanbreken van de dag in een verwoeste stad inhalen297.
In deze stad stonden lange rijen van vrije, hoge zuilen. Bij de
poorten die vierkante, nu vervallen torens waren, en op nog
andere plaatsen, zag ik vele, schone, grote standbeelden; ze zagen
er niet zo stram uit als die in Egypte, maar waren kunstig en
schenen door de houding meer met leven bezield298.
297 Dagreizen per kameel worden gerekend op 12 uren.
-
In 3 dagen legden Mensor en Saïr 36 uren af.
-
Teokeno legde er driemaal van 30 tot 36 uren af.
De vervallen stad kan moeilijk een andere zijn dan Susa, 50 km ten
noordwesten van Sjoester. Susa was de hoofdstad van het oude Elam en
ligt in een engte of pas; deze heette ‘poort van Susa’. Om zo te zeggen
nergens elders zijn de bergen te overtrekken, zodat men kan zeggen dat de
‘poort van Susa’ de enige doorgang is naar het hoogland.
Welk een andere weg zouden de H. Driekoningen met hun groot gevolg wel
gevolgd zijn? Men mag eruit besluiten dat de vervallen stad Susa geweest
is.
Ook de veroveraar Alexander drong hierlangs Perzië binnen, en dit gelukte
hem slechts met de grootste moeite, daar de Perzen, het strategisch belang
van de stad kennende, de ‘poort’ bezet hielden.
De rijen kolommen die K. hier zag, waren dan wel resten van oude tempels
of van kolonnaden langs de voornaamste wegen.
Volgens Herodotos telde men op de weg van Susa naar Efeze in Klein-Azië
111 herbergen.
298 standbeelden vol leven. – “De Assyriërs en Chaldeeën hebben uitgemunt
in de beeldhouwkunst; vooral dieren wisten zij levendig en nauwkeurig voor
te stellen; de Perzen hebben het hun nagedaan.” (Algemene Geschiedenis
V. Cappel, 23).
Hetzelfde moet men zeggen van de Elamieten (cfr. D.B. Elam).
In het realistisch uitbeelden van dieren hebben de Elamieten en Chaldeeën
het van de Egyptenaren gewonnen.
Fascikel 5
562
|