background image
134.
28 november. –
Een halve dagreis voorbij de verwoeste stad, waarin de talrijke
zuilen en standbeelden stonden, begon ik voor het eerst met de
stoet van de koningen degelijk bekend te worden; het was in een
nogal vruchtbare streek (eerste heuvelzone of bank, met veel
aangeslibde grond); men bemerkte hier en daar herderswoningen,
die met zwarte en witte stenen gemetseld waren; de stoet naderde
in de vlakte tot een bron; in haar nabijheid stonden meerdere
ruime schuren, die ter zijde open waren; drie stonden er in het
midden en meer andere er rondom; dit scheen een gewone rust- of
pleisterplaats voor dergelijke karavanen te zijn.
Fascikel 5
564