groepen, om vlugger vooruit te komen, zuidwaarts langs de Dode
Zee door de woestijn van Engedi.
Ondertussen drongen de koningen er bij de H. Familie nog op aan
om samen met hen de vlucht te nemen, omdat het gevaar dat hen
bedreigde, niet denkbeeldig, maar zeer reƫel was; en dan
smeekten zij Maria om zich ten minste met het Kind te verbergen,
opdat haar toch om hunnentwil geen leed of last zou aangedaan
worden; zij weenden als kinderen, omhelsden nogmaals de H.
Jozef, stamelden snikkend hartroerende afscheidswoorden en
bestegen dan hun dromedarissen, die nu veel lichter bevracht
waren en doorkruisten in vlugge rit de woestijn.
Toen zij buiten in het vrije veld gekomen waren, zag ik de engel
bij hen om hun de weg te wijzen, die zij houden moesten; zij
waren in een oogwenk verdwenen. De verschillende groepen
volgden verschillende wegen, de ene groep ongeveer een kwartier
ter zijde van de andere; eerst trokken zij ongeveer een uur lang in
oostelijke richting (zie huidig nr. 153, voetnoot 345) en daarna in
zuidelijke door de woestijn op parallelle wegen, hetzij langs,
hetzij meer verwijderd van de Dode Zee. Daarna liep hun
terugweg door de landstreek, waardoor Jezus in zijn derde jaar
openbaar leven uit Egypte terugkeerde.
Fascikel 6
663
|