155.
In de namiddag zag ik een bende van 16 soldaten van Herodes bij
Jozef, met wie zij een gesprek aanknoopten; het waren
waarschijnlijk uitzendelingen, die een onderzoek moesten
instellen naar de zogenaamde rustverstoring, waarvan men de
koningen bij Herodes had beschuldigd, doch toen zij alles op deze
plaats stil en rustig vonden en in de grot niemand aantroffen
buiten dit arme onschadelijk gezin en daar zijzelf opdracht
gekregen hadden om rond dit gezin geen opzien te verwekken,
keerden zij voldaan terug en brachten verslag uit van hun
onderzoek.
Jozef had alles, de geschenken der koningen en het overige dat zij
bij hun haastige afreis nog achtergelaten hadden, weggeborgen,
deels in de grafspelonk van Maraha, deels in enige andere
verborgen grotten in de heuvel van de geboortegrot (zie grondplan
van dat complex).
Fascikel 6
666
|