Nu naderde Simeon tot de H. Maagd die haar Kind op de armen
droeg; het was gehuld in een hemelsblauwe omslagdoek; hij
bracht haar binnen het traliehek bij de offertafel waar zij haar
Kindje in het wiegekorfje legde.
Van dit ogenblik af zag ik een onbeschrijfelijk helder licht de
tempel vervullen; ik zag dat God erin aanwezig was en boven
het Kind zag ik de hemel zich openen en mijn blik drong door
tot bij de troon van de H. Drievuldigheid.
Daarna leidde Simeon de H. Maagd terug in een door tralies
afgesloten en voor de vrouwen bestemde plaats (zie fasc. 4, nr.
98, voetnoot 209 en fasc. 10, nr. 258, voetnoot 73).
Maria droeg een fijn, licht, hemelsblauw kleed, een witachtige
sluier en was geheel in een lange, geelachtige mantel gehuld.
Simeon begaf zich hierop naar het vaststaande altaar, waarop men
de priesterklederen gereed gelegd had, en hij, met nog drie andere
priesters, waren elkaar bij het zich aankleden voor de plechtigheid
behulpzaam; op de arm droegen zij een soort van schildje en op
het hoofd een gespleten muts. Één van de priesters ging staan
achter de offertafel, een tweede ervóór, en elk der twee overige
aan een smalle zijde. Zo gerangschikt baden allen over het Kind.
166.
Nu trad de profetes Hanna tot Maria, reikte haar de offerandekorf
over, die in twee boven elkaar ingerichte vakken vruchten en
duiven bevatte en hiermee leidde Hanna haar tot vóór het
traliehek dat de offertafel omgaf, waar zij beide bleven staan.
Simeon, die vóór de tafel stond, opende het hek en leidde Maria
in het klooster der Essenen te Qoemram van zulk een stenen muurbank
voorzien; ook de synagoge van Tell Hoem. Soms zijn er twee of drie zulke
muurbanken boven mekaar. Reisverhalen spreken ook van divans en
kussens die langs de muur ener ontvangstzaal aangebracht zijn of liggen
(cfr. Leroux, 176).
De ontvangstzalen van rijke huizen in Noord-Afrika hebben rondom stenen
banken, die voor de bezoekers met tapijten belegd zijn.
Fascikel 6
693
|