Driekoningen, en bovendien verscheidene stukken fijne stoffe tot
grond of stramien voor borduurwerk in de tempel.
Alvorens Bethlehem te verlaten, verkocht Jozef de jonge ezelin
aan zijn neef, aan wie hij ze op 30 november verpand had (zie
fasc. 5, nr. 126). Ik heb altijd gemeend dat de ezelin waarop
Jezus op Palmendag zijn intrede in Jeruzalem deed, van dit dier
afstamde.”
167.
Hierop zag ik hoe Hanna en Noëmi de H. Maagd met het Kindje
Jezus uitgeleide deden naar het voorhof waar zij haar verwelkomd
hadden en hier afscheid van haar namen.
Jozef bevond zich reeds op deze plaats met de beide
herbergmensen; hij had de ezel hier gereed gezet en Maria ging
met het Kindje op het zadel zitten. Zo reisden zij nu zonder
uitstel uit de tempel weg door Jeruzalem naar Nazareth.
De opdracht van de overige, heden aangeboden eerstgeborenen
heb ik niet gezien, maar toch heb ik gevoeld dat zij allen een
speciale genade ontvingen en dat een groot deel van hen de
marteldood van de onnozele kinderen gestorven zijn.
Het kon 9 uur in de morgen zijn, toen de opdracht geëindigd was,
want om deze tijd zag ik de H. Familie vertrekken.
Fascikel 6
696
|